juli 2020
Het is verbazingwekkend dat er nu pas een tentoonstelling is gewijd aan Willem Bastiaan Tholen (1860-1931). Veel van zijn tijdgenoten hebben allang in de schijnwerpers gestaan, zoals Mauve, Witsen, Breitner en Isaac Israels. Tholen begon als landschapsschilder met daarbij inbegrepen gezichten over water, vooral de Zuiderzee. Later was zijn onderwerpskeuze ongelimiteerd en ontstonden onder meer dorpsgezichten, bosgezichten, binnenkamers en figuurstukken.
Lopend door de tentoonstelling moest ik steeds aan andere kunstenaars denken. Een straatgezicht met een koets die in volle vaart op je afkomt en door de rand afgesneden figuren - Breitner. Kinderen in een duinpan - Johannes Akkeringa. Een kade in de schemering met huizen waarin één lichtje brandt - Henri de Sidaner. Toch ademt elk schilderij onmiskenbaar de sfeer van Tholen. Waaraan zie je dat? Het is de combinatie van een nuchtere, maar aandachtige blik met een prachtig gevoel voor poëzie en esthetiek. Een realistische stijl waarin de dingen niet scherp zijn weergegeven maar een beetje omfloerst. De wereld van Tholen is zacht en tijdloos. De dingen en de mensen zijn met liefde geobserveerd.
In de vier schilderijen waarop een al dan niet open raam staat afgebeeld heb je een soort dubbele observatie met een intieme, huiselijke sfeer. Het raam omlijst het uitzicht, de lijst van het schilderij omraamt het geheel. Het mooist is het wanneer er contrasterende rode daken te zien zijn door het raam.

Tholen moet, meer dan andere kunstenaars, hebben gedacht in vlakken. Daarmee bouwde hij afgewogen composities op met harmonische contrasten. Altijd beheerst en nooit met te veel details. Ook niet als er veel elementen meedoen in een schilderij, zoals op een fraai stuk van de Volendamse haven waarop boten, masten, zeilen en wapperende vaantjes een regelmatig patroon vormen. Niet voor niets is de initiator van deze tentoonstelling een grafisch vormgever, Richard van den Dool.
Er was ook een eye-opener op de tentoonstelling. Verschillende gezichten op de Zuiderzee had ik al weleens gezien. Maar de mate van abstractie die Tholen, vooral in zijn late werk, bereikte is verbluffend. Uit het Kunstmuseum Den Haag is er een groot werk met alleen maar golvend water en lucht. Het water is wel zeer realistisch in bruingrijs geschilderd, maar er staat dus echt niets anders op, geen bootje in de verte, geen vogeltje in de lucht. Ook andere werken zijn in hoge mate geabstraheerd. Tholen was niet de enige die dat deed - getuige een bos in de sneeuw van Willem Witsen dat ook in de tentoonstelling hangt - maar hij ging daarin verder dan alle anderen.
Waarom duurde het nu zo lang voordat er een Tholen-tentoonstelling kwam? Ik denk omdat Tholen een beetje ongrijpbaar is. Zijn veelzijdigheid maakt dat hij niet makkelijk in een hokje te plaatsen valt en dat is ook precies zijn grote kwaliteit.
Willem Bastiaan Tholen. Een gelukkige natuur is tot en met 30 november 2020 te zien in het Dordrechts Museum