
In het najaar van 2018 sprak ik Marc Mulders. Onderwerp van gesprek waren zijn recentste glas-in-loodramen, gemaakt voor een verrassende locatie: een ultramoderne waterzuiveringsinstallatie, de zogeheten biomakerij, van de abdij Koningshoeven in Berkel-Enschot. Deze kunstwerken zitten barstensvol symboliek en verwijzingen.
“Niks belerends, niks moraliserends, maar genereus.” Marc Mulders geeft uitleg bij zijn nieuwste glas-in-loodramen, twee roosvensters. “Het moet gewoon aangenaam zijn, het moet goed doen in de omgeving. Maar als je verder wilt kijken is er gelaagdheid en is er zelfs een boodschap in verwerkt.”

In het hart van een van de vensters is een ‘groene man’ te zien: een maskerachtige mannenkop die bladeren uit zijn mond heeft groeien. Het is een mythologische figuur die in middeleeuwse kerken en kathedralen te vinden is. Hij is de geest van het woud en de akker, ontstaan uit het ontzag dat de mens had voor de natuur. Tegenwoordig is hij een hip embleem van de duurzaamheidsbeweging, volgens Mulders. Niet alleen in het hart, ook elders in het raam is hij te zien. Maar dan met een rooie kop met hoorntjes: hij is namelijk des duivels over hoe mensen tegenwoordig de natuur “ontregelen, beledigen en vergiftigen”.
De biomakerij
De locatie van de roosvensters is echter een voorbeeld van hoe de verbinding tussen mens en natuur gelukkigerwijze wordt hersteld. Concreet: ze zijn bevestigd aan weerszijden van een gebouw dat deel uitmaakt van een ultramoderne waterzuiveringsinstallatie. Deze staat op het terrein van de Abdij van Onze Lieve Vrouw van Koningshoeven bij Tilburg. Op dit abdijcomplex wordt het bekende La Trappe gebrouwen, een trappistenbier. Ook zijn er een kwekerij, een bakkerij, een kaasmakerij, een jam- en chocolademakerij, een imkerij en een gastenhuis. De abdij streeft naar een zo milieuvriendelijk mogelijke productie en zo veel mogelijk recycling. Al het afvalwater van het complex wordt gezuiverd en op het eigen terrein hergebruikt. Het werkt als volgt. Afvalwater wordt door een kas geleid. Daarbij komt het de wortels van tropische siergewassen en synthetische wortels tegen. Aan die wortels hechten zich micro-organismen, die het water, in opeenvolgende ecosystemen, steeds verder zuiveren. Slib dat neerslaat in deze kas wordt als compost voor de kwekerij geschikt gemaakt. Over enige tijd zal het ook mogelijk zijn fosfaten en voedingsstoffen uit het slib terug te winnen. In een aangrenzende kas vindt op termijn hopteelt en visteelt plaats. Het gebouw met de roosvensters bevat de technische installatie die het systeem aandrijft. Het geheel wordt een biomakerij genoemd.
Uniek kenmerk
De roosvensters hebben een volstrekt uniek kenmerk: anders dan alle andere glas-in-loodramen zijn ze bedoeld om vanbuiten te worden gezien. Van 7.00 tot 20.00 uur worden ze van binnenuit verlicht met led-verlichting. Koppeling aan een daglichtsensor op het dak zorgt ervoor dat de verlichting continu wordt aangepast aan de lichtsterkte buiten. Hoe meer zonlicht, hoe sterker de verlichting achter de vensters. Zo vormen ze altijd een contrast met de omgeving.
Twee sporen
De monniken van de abdij kozen met Marc Mulders een doorgewinterde kunstenaar voor deze opdracht. Hij maakt al twintig jaar glas-in-loodramen, waaronder het Erasmusraam in Gouda (2016), het Laatste Oordeel in de St.-Janskathedraal in Den Bosch (2007) en het Koninginneraam in de Nieuwe Kerk in Amsterdam, geplaatst ter gelegenheid van het 25-jarig regeringsjubileum van koningin Beatrix in 2005.
Mulders volgt wat hij met een ironische term ‘tweesporenbeleid’ noemt. Zijn glas-in-loodramen, aquarellen en een op stapel staand keramiekproject zijn het ene spoor, zijn schilderijen het andere. De schilderijen ontstaan in zijn atelier in een grote, voormalige stal bij de boerderij die hij bewoont op het landgoed Baest tussen Eindhoven en Tilburg. Rondom de stal laat hij jaarlijks weides inzaaien met bloemen, die hij op abstracte wijze op doek vastlegt met overwegend pastelachtige kleuren. In die schilderijen nestelt zich de omringende natuur. Ze zijn bedoeld als balsem voor de ziel van de kijker. “Je kunt maar beter een beetje helend zijn als kunstenaar”. Die overtuiging komt ook voort uit zijn religiositeit. Hij noemt zichzelf een gelovig mens. De generositeit van Jezus, die zich door zijn lijden aan de mensheid gaf, ziet Mulders terug in de harten van de bloemen in de weides. In zijn andere werk, zijn aquarellen en glas-in-loodramen, is deze inspiratie ook aanwezig. De kijker ondergaat als het goed is een schoonheidservaring wanneer hij ernaar kijkt. Maar anders dan in zijn schilderijen zit er ook engagement in, de wereld wordt erin toegelaten. Dat is het tweede spoor in zijn werk. De roosvensters voor de abdij weerspiegelen tradities en denkbeelden.
Het vitale kloosterleven
Vroeger stond Mulders expliciet als rooms-katholieke kunstenaar te boek, maar hij heeft zich al jaren geleden uit de officiële kerk laten uitschrijven. En nu het ene na het andere misbruikschandaal aan het licht komt en zoveel kerkofficials duiken, zelfs de paus, is Mulders pessimistisch over het voortbestaan van de kerk. Hij wil er ook niets voor doen: “ik ga niet voor een sekte werken”.
Het kloosterleven is iets anders; Mulders gelooft wel in de vitaliteit dáárvan. Kloosters en abdijen hebben een eigen bestaansstructuur en zijn geen verantwoording schuldig aan de kerk. Een opdracht als deze van de abdij komt tegemoet aan Mulders’ verlangen naar het samengaan van kunst en spiritualiteit. Eeuwenlang bestond er een kruisbestuiving tussen kerken of kloosters en kunstenaars. Monniken probeerden, door hun werk en hun gebed, goed te doen voor de mensen buiten de muren van het klooster. Kunstenaars leverden een bijdrage aan die inspanningen door het instrumentarium van de liturgie te verfraaien: kleden op altaren, vaatwerk van edelmetaal, Boeddha- of Christusbeelden en, natuurlijk, glas-in-loodramen.

In het oostelijke glas-in-loodraam voor de abdij, Water getiteld, wil Mulders een brug slaan tussen de spiritualiteit van de abdij en de bezoekers die het raam bekijken. Die laatste zijn wel alleen groepen die een rondleiding boeken op het abdijcomplex; verder is de schoonheid van het Water-raam voorbehouden aan de monniken en de brouwerijmedewerkers. Het westelijke Green Man-venster daarentegen, waarin de zorg voor de aarde tot uiting komt, is te bewonderen voor iedereen. Althans iedereen die het Proeflokaal bij de abdij bezoekt om zich aan het bier te laven en dan nog een stukje verder het terrein op wandelt.
Spirituele lading
De spirituele lading van de vensters zit hem ten eerste in de ronde vorm. Die is afgekeken van het roosvenster dat in de negentiende-eeuwse abdijkerk van Koningshoeven prijkt en in de traditie staat van de roosvensters in kerken en kathedralen in heel Europa. Het zijn de mandala’s van onze cultuur: krachtige cirkelpatronen die over de hele wereld voorkomen en bijvoorbeeld ook door indianen en aboriginals worden gebruikt. Als universele symbolen voor oneindigheid dienen ze tot meditatie. Het venster Water heeft als hart een christelijk symbool bij uitstek: een kruis, opgebouwd uit bladmotieven in rood en geel (en de Groene man in het midden). Rood staat voor actiegerichtheid in de strijd voor een duurzame, vredelievende wereld. Geel verwijst naar het ‘God is licht’ uit het Johannes-evangelie. Om het hart heen is een brede band fel hemelsblauw glas te zien. Kruisvormen gemaakt met onregelmatig gevormde stukjes glas benadrukken nog eens de christelijke lading.
Opvallend zijn verder de vormen van kazuifels in de rand van het Water-venster. Kazuifels zijn de wijde mantels die rooms-katholieke priesters dragen tijdens de erediensten. In het venster verwijzen ze naar het laatste meesterwerk van Henri Matisse: de Rozenkranskapel van de zusters dominicanessen in Vence in Zuid-Frankrijk. Matisse ontwierp hiervoor in de jaren 1946-1951 schitterende vensters evenals kazuifels voor de priester. Zoals Matisse samenwerkte met zijn monastieke opdrachtgevers, zo ziet Mulders zijn samenwerking met het hoofd van de abdij, Dom Bernardus, en broeder Isaac, de econoom (de zakelijk manager, in de taal van de abdij).
Beide vensters bieden ook gastvrijheid aan beeldtaal uit de arabisch-islamitische traditie. Mulders houdt van de oude arabesken en andere natuurmotieven die oneindige patronen vormen op moskeeën en paleizen. Kunstenaars-ambachtslieden vereerden en verbeeldden daarmee eeuwenlang de natuur. Het gebruik van deze motieven in de ramen als een welkom aan deze traditie heeft een symboliek die de kunst overstijgt. Ook christelijke druivenrankmotieven zijn in de ramen te zien. Het samenkomen van de islamitische en christelijke bladmotieven in één cirkel verwijst naar Mulders’ geloof in de verzoening tussen de islam en het christendom.
De productie
De gebruikte acanthus- en wijnrankmotieven zijn overigens, als archetypen van beide culturen, bestaande vormen. En omdat Mulders naar eigen zeggen niet kan tekenen en dus ook geen precieze vormen schilderen, liet hij het schilderen van deze sierlijke motieven over aan Peggy Hermans, een Belgische glaskunstenares. Zij heeft een enorme kennis van glastechnieken en werkte met hem aan al zijn ramen.
De uitvoering van de ramen is trouwens een proces dat plaatsvond in Atelier De Boompjes in Den Bosch. Hier werd de led-techniek ontwikkeld, maar ook verschillende ambachtelijke technieken kwamen kijken bij de productie van Mulders’ ramen. Zo verbeeldde hij in het Green Man-venster het stromen van water door met een brede kwast golfbewegingen te maken met emailleverf. Waar hij een druppel spiritus in de verf liet vallen schiftte deze. Eenmaal ingebrand in de oven is het net of het water vol luchtbellen zit, wat verwijst naar de micro-organismen die het werk doen in het waterzuiveringsproces.
Een andere gebruikte techniek is natuurlijk die van het glas-in-lood zelf. Afzonderlijke, onregelmatig gevormde stukken glas werden gevat in loodstrips. Aan elkaar gesoldeerd vormden die stukken de parten van de cirkels waaruit elk roosvenster bestaat.
De verschillende ornamenten binnen de parten werden uit kleine, kleurige stukjes glas samengesteld en soms aan elkaar gepast, soms in laagjes vastgelijmd. Mulders maakt voor zijn glas-in-loodramen vooraf geen ontwerpen op schaal, de vormgeving ontstaat tijdens het maakproces. En dat is een proces van trial and error; soms blijkt een idee niet te werken en moet een onderdeel opnieuw. Op de nazomermiddag in september 2018 waarop ik mocht komen kijken naar de vensters in wording werkte stagiaire Janna van Heumen aan het verlijmen van kleine stukjes glas in de ultrasmalle, veelkleurige cirkels die de ronde ramen omsluiten. Met de afmetingen van de afzonderlijke stukjes had Mulders vooraf het ritme in de cirkels bepaald, maar de concrete invulling met gekleurde glasstukjes mocht Janna doen, afgaand op haar eigen kleurgevoel. Als derdejaarsstudente aan het MBO voor creatieve beroepen Sint Lucas in Boxtel specialiseert zij zich tot glazenier.
Hergebruik
Op beide vensters zijn vlinderachtige composities te zien van stukjes glas die elk afzonderlijk een voet of een hand laten zien. Vier maal vijf tenen bij elkaar, of twee paar handen en drie paar voeten. In een ambachtelijke, fijne stijl getekend. Het zijn hergebruikte stukken glas-in-lood, overgebleven van oude restauraties van de kerkramen van de abdij. Mulders vond ze daar in kisten op zolder. Het hergebruik past bij de ramen die bedoeld zijn voor een aan recycling gewijd gebouw, zegt Mulders. Ook stukjes van eigen, eerder gemaakte ramen heeft hij verwerkt. Soms zijn dat gekke dingen: een drakenbek, een kikker. “Je moet er ook een beetje mee spelen”, zegt Mulders, “dat Sesamstraatkind blijven”.
De installatie van het Green man-venster in oktober 2018 bracht een verrassing. Onder aan de gevel bleek een bassin aangelegd voor het gezuiverde water. Het venster weerspiegelt zich daarin en die onverwachte dubbeling van de fraaie kleuren maakt het extra vreugdevol om naar te kijken.
Foto’s Marc Mulders